1 september 2018

Vragen ter beantwoording van Rekenkamer

 

Opgesteld door de fractie van de SGP  9 juli 2018  Hoogeveen .

Fractievoorzitter Brand van Rijn. 

Voorgeschiedenis of aanloop tot investering ijsbaan-zwembad

Omdat, met het oogpunt van volledige transparantie, ook het handelen van ons raad zelf beoordeeld dient te worden de volgende, door de rekenkamer te beantwoorden vragen:

 

Vraag 1.

Had de raad met het oog op artikel 14 Gemeentewet, artikel 28 Gemeentewet en artikel 2:4, tweede lid, Algemene wet Bestuursrecht, moeten verhinderen dat een raadslid, tevens bestuurslid van de Stichting Kunstijsbaan Hoogeveen e.o., de besluitvorming kon beïnvloeden?

Dit op basis van het feit dat:

Het raadslid vanaf de oprichting van de stichting d.d. 24-02-2004 secretaris is van de stichting.

Het raadslid wel heeft deelgenomen aan de stemming d.d. 31 maart 2017.

Het raadslid middellijk betrokken was, blijkens een krantenartikel in het DvhN d.d. 5-1-2007 waaruit duidelijk wordt dat hij als bestuurslid van de stichting lobbyde bij het gemeentebestuur met het doel een kunstijsbaan in Hoogeveen te verkrijgen. Zie  https://www.dekrantvantoen.nl/vw/article.do?v2=true&id=DVHN-20070105-DW01009002&vw=org&lm=ijsarena

Het raadslid middels een op 19-10-2005 door hem ingediend amendement ervoor heeft gezorgd dat in de tekst voor een raadsbesluit werd opgenomen: “Vestiging van een overdekte kunstijsbaan en een overdekte skatehal worden in het onderzoek meegenomen. “

Het toenmalige raadslid de heer Wagelaar in de raadsvergadering d.d. 19-10-2005 reeds heeft gewezen op belangenverstrengeling.

Vraag 2.

Had het raadslid zich op 31 maart 2017 van de stemming hebben moeten onthouden?

Vraag 3.

Zou, op basis van bovenstaande, het op 31 maart 2017 genomen raadsbesluit “onrechtmatig genomen” verklaard kunnen dan wel moeten worden?

Dit onderstaande hebben wij uitsluitend uit media en mondelinge overdracht, maar verzoeken toch uw rekenkamer dit te onderzoeken omdat er anders altijd een smet op blijft.

Over de aankoop van Maxx Sport ten behoeve van de realisatie van het Zwembad-IJsbaancomplex is verwarring ontstaan omdat er beweerd wordt dat de aankoop  niet zuiver is  is verlopen, en  dat er een vorm van benadeling voor deze ondernemer zou zijn.

Waren er mondelinge afspraken over aankoop van dit pand in de jaren voor de crisis, met deze ondernemer ? 

Als dit het geval is waarom is daar nu van afgeweken ?

Deze ondernemer heeft bijna voor het dubbele van het aankoopbedrag  OZB belasting betaald is het dan niet vreemd dat diezelfde gemeente het pand aankoopt voor iets meer dan de helft van de opgegeven OZB waarde ?

De aankoop van dit pand is gedaan als voorbereiding van realiseren van ijsbaan-zwembad, waarom wordt deze aankoop niet in financieel plan opgenomen ?

Op 31 maart 2017 heeft de raad een raadsvoorstel conform het voorgestelde besloten.  

Vraag 1 luidt:

Is, naar de mening van de rekenkamer, de raad correct en volledig geïnformeerd als bovenstaande bij de meningsvorming was betrokken geworden?

In het raadsbesluit wordt bij de financiële onderbouwing o.a. een Gemeentelijke bijdrage ter grootte van €4,15 miljoen genoemd.

Tevens wordt in het raadsbesluit gesproken van een dekking groot €4 miljoen door Projectontwikkelaars (Reciprociteit). Deze reciprociteit bestond, volgens de door het college herhaaldelijk gegeven toelichting, uit een bijdrage uit eigen middelen van projectontwikkelaar BAM. Deze bijdrage is volgens het college het door BAM afstaan van door BAM elders gemaakte winst. Hiervan is echter aan de raad geen enkel onderliggend stuk verstrekt. Dat de reciprociteit bestond uit opbrengst van verkoop van al dan niet bebouwde grond welke voor een zeer belangrijk deel met een waarde van €0,00 (een zgn stille reserve) in de boeken van de Gemeente Hoogeveen stond werd niet aan de raad als dusdanig bekend gemaakt.

Vraag 2 luidt:

Moet op basis van bovenstaande de conclusie worden getrokken dat de voorgestelde Gemeentelijke bijdrage niet €4,15 zou bedragen maar €8,15 miljoen. €4,15 miljoen als omschreven plus €4 miljoen uit opbrengst van grondverkoop?

Vraag 3 luidt:

Moet, indien de rekenkamer vraag 2 bevestigend beantwoord, geconcludeerd worden dat het college aan de raad een voorstel heeft voorgelegd met onjuiste ofwel misleidende informatie?

Vraag 4 luidt:

Moet, Indien de rekenkamer vraag 2 en/of vraag 3 bevestigend beantwoord geconcludeerd worden dat het op 31 maart 2017 genomen raadsbesluit als “niet rechtsgeldig” zou kunnen ofwel moeten verklaart worden?  

Vervolgens:

Aan een inwoner van onze gemeente Dhr. G. Booij is in een reactie op een WOB-verzoek aangegeven dat er van de gesprekken, betreffende de reciprociteit, met de projectontwikkelaar geen gesprekverslagen zijn gemaakt.

 

Vraag 5 luidt:

Maakte het overleg betreffende de reciprociteit deel uit van de aanbesteding?

 

Vraag 6 luidt:

Indien vraag 5 bevestigend wordt beantwoord moet dan worden geconcludeerd dat de Gemeente Hoogeveen, met het niet maken van gespreksverslagen, de Europese aanbestedingswet heeft overtreden?

 

Voorts:In het op 12 juli a.s. ter besluit voorliggende raadsvoorstel wordt voorgesteld, in aanvulling op de 31 maart 2017 besloten Gemeentelijke bijdrage en garantstelling en tevens in aanvulling op het voor het zwembad reeds eerder verstrekte voorbereidingskrediet €350.000,--, een investeringskrediet groot €15,65 miljoen ter beschikking te stellen. Voor een standalone zwembad is, zo was reeds eerder bepaald, een investeringsbedrag van €16 miljoen benodigd. Volgens het raadsvoorstel kan een synergievoordeel groot €3 miljoen behaald worden. Bij dit laatste punt nog wat vragen.  Bij de voordelen  bouwen in een  combinatie  wordt er vanuit gegaan dat het een besparing van € 3 miljoen oplevert. De grootste post van deze besparing is de 1100 M2 minder bouwoppervlakte met een besparing van € 2,2 miljoen zonder verdere onderbouwing.  Omdat de getallen zo mooi met elkaar te delen zijn kun je in een handomdraai weten wat de kosten P/ M2 zijn n.l. 2,2 miljoen gedeeld door 1100 is € 2000,-- om globaal te weten of dit klopt kun je ook van de totaalbouw de kosten per M2 uitrekenen, tenminste als je het totaal van de M2 weet, deze konden wij in al deze plannen niet vinden maar bij navraag heb ik die van een ambtenaar gekregen, het totaal oppervlakte van de combinatiebouw bedraagt 21000 M2  gaan wij uit van een kostenplaatje van € 31 miljoen dan komt de prijs per M2 uit op  € 1.476,--. P/M2  dus logisch zou de prijs voor de minder berekende M2 moeten zijn 1100 M2 X 1467 = € 1,62 miljoen  dat is dus een verschil van € 580.000,--, . In dit zelfde lijstje staat ook een post onvoorzien van € 150.000,--  hoe is het mogelijk een post voor onvoorziene zaken opvoeren in een mindering van de combinatiebouw ? Dat zou alleen redelijk zijn geweest als er in het financiële plan een post onvoorzien van € 2,8 miljoen was opgevoerd . Dus samengevat is er op deze post € 730.000,-- teveel opgevoerd, eerlijk toegegeven bedragen zijn globaal maar als een indicatie is er niks mis mee . Op onze vraag om het aannemelijk te maken dat nu juist deze 1100 M2 de duurste M2 zijn hebben wij geen antwoord.

Hoe beoordeeld de rekenkamer de berekeningen die opgegeven worden voor het voordeel van € 3 miljoen bij een combinatiebouw ?

 

Vraag 7 luidt:

Moet aan de raad, omdat reeds met het raadsbesluit d.d. 31-03-2017 reeds is voorzien in de gehele financiering van de ijsbaan en het synergievoordeel wordt bereikt middels het gelijktijdig realiseren van het zwembad en niet andersom, een aanvullend investeringskrediet groot €12,65 miljoen worden gevraagd i.p.v. de gevraagde €15,65 miljoen?

 

Vraag 8:

Moet op basis van bovenstaande worden geconcludeerd dat de raad op 12 juli a.s. een ondeugdelijk raadsbesluit krijgt voorgelegd?

Ook:

Wordt bij punt 1.4 uit het op 12 juli a.s. voorliggende raadsbesluit geschreven: “Het later, en daarmee standalone, realiseren van een nieuw zwembad is een gemiste kans op zowel exploitatie alsmede het realiseren van één grote sportvoorziening met bovenregionale uitstraling.”

 

Vraag 9:

Wordt met “Het later, en daarmee standalone” niet de suggestie gewekt dat wanneer het zwembad niet gelijktijdig wordt gerealiseerd deze separaat gebouwd zal moeten worden?

 

Vraag 10:

Wordt, indien vraag 9 bevestigend wordt beantwoord, bij punt 1.4 uit het raadsbesluit, een verkeerde voorstelling van zaken gegeven?

 

Tevens:

Bij punt 1.3 van het op 12 juli a.s. voorliggende raadsbesluit wordt o.a. aangegeven “Een gecombineerd gebouw van kunstijsbaan-zwembad heeft ook voordelen op de exploitatie: energie is uit te wisselen en personeel kan efficiënter ingezet worden.”  In het businessplan, welke onderdeel uitmaakte van het raadsvoorstel d.d. 31-03-2017, staat o.a. “Het hele Bentinckspark profiteert, want de ijsbaan-centrale produceert warm water voor het zwembad, en restwarmte wordt via een (bestaand) warmtenet geleverd aan sportgebouwen, zorginstelling en een school.” Ook staat er in dit businessplan “Door de koppeling met een aantal energiegebruikers in het park, scholen, een verzorgingshuis, diverse sportkantines en het zwembad, is een uniek energienetwerk gecreëerd. Gestookt op groen gas en is het geheel energie- en CO2-neutraal. Bovendien wordt en passant ook nog de energievoorziening van het zwembad en de andere genoemde gebouwen “groener en duurzamer””

 

Vraag 11:

Is met het oog op hetgeen in het businessplan is omschreven, de tekst “energie is uit te wisselen” in het op 12 juli a.s. voorliggende raadsvoorstel niet overbodig en wordt daarmee niet de suggestie gewekt dat dit voordeel teniet zou worden gedaan bij het niet gelijktijdig realiseren van het zwembad en de ijsbaan?

 

Vraag 12.

Vindt de rekenkamer de aan de raad voorgelegde raadsbesluiten “geheel objectief” of “positief gekleurd”? 

 

Obligatiefonds

Op onze vraag in de vragenronde over,  waarom er gekozen is voor een obligatiefonds, werd ontwijkend beantwoord, het enige echte en goede antwoord zou geweest moeten zijn, als wij het obligatiefonds er niet bij halen, dan kan de financiering niet door gaan en dus, al deze  plannen ook niet. Is dit dan wel de juiste keuze  van financieren  vragen wij ons af ? Er moet immers wel meer rente betaald worden t.o.v. de reguliere financiering bij banken,  de uit te keren rente  moet vanuit de exploitatie komen, het verschil van rente op  bedrag van € 5, 5 milj. over meerder  jaren is een behoorlijke belasting op  het resultaat van de exploitatie.

Als reguliere banken dit project niet willen financieren, moest dat al niet een indicator zijn om deze investering nu niet te doen ?

Ook zullen de deelnemers van dit obligatiefonds kosten van deelneming moeten betalen, in de aangeleverde stukken door het college wordt daar met geen woord over gesproken, is dit niet misleidend ?

Tijdens de verkiezingsdebatten in maart werden er telkens vragen over dit obligatiefonds gesteld, en de wethouder die daar toen over ging Dhr. J. Steenbergen heeft keer op keer bevestigd dat het obligatiefonds volgestort was, terwijl er toen en nu ook nog steeds geen obligatiefonds bestaat, is dit geen misleiding ?

Wij als raad worden gevraagd in te stemmen met een financiering terwijl er nog geen besluiten zijn genomen over de juridische vorm, terwijl, dat grote invloed kan hebben op het resultaat van de exploitatie.

Is dit niet een hele vreemde, zo niet omgekeerde gang van zaken, eerst de financiën regelen en dan de juridische vorm ?

Tijdens het debat hebben wij het ook aangegeven dat de gemeenteraad zichzelf (nog helemaal niet zo lang geleden ) een limiet gesteld dat de netto schuldquote niet meer dan 80% van de inkomsten en let op er staat bij in enig jaar mag bedragen, met deze investering is nu al berekend dat het  naar 94% oploopt en als het tegenloopt makkelijk op 96 a 97% kan uitkomen. Ditzelfde geld ook de solvabiliteitsratio de raad heeft zichzelf een limiet gesteld van 18%, maar door deze investeringen en financiële plannen  daalt het al naar 15% maar met wat  tegenvallers kan het zomaar 12 %  zakken.

Als de raad met voorliggend voorstel zou instemmen worden dan deze limieten definitief verwijderd ?

 

 

In de vergadering met de fracties gaf u al aan dat de onderliggende kengetallen op diversen manieren gebruikt kunnen worden, wat ons al gelijk opviel dat er in het hele verhaal hoegenaamd met geen enkele tegenslag is gerekend, het schijnt dat dit megaproject alleen maar wind mee heeft, terwijl er voorbeelden te overig zijn dat dit soort projecten in mindere of meerdere mate altijd tegenvallen, zowel in de bouwkosten, als in de exploitatie. Hieronder volgt daar een gedeelte van onze inbreng in het debat wat wij later schriftelijk met de raad gedeeld hebben. Om dit voorliggend financieel plan te kunnen toetsen  heeft de SGP fractie contact gelegd met gemeente Dordrecht  hoe het daar van planvorming t/m de exploitatie in de praktijk uitgevallen is . Deze week heb ik nog een gesprek gehad met de directeur van dat sportbedrijf aldaar(sportbedrijf is de juridische vorm), en  natuurlijk zijn er wel verschillen maar alleen de ijsbaan en het zwembad hebben vanaf ingebruikname 2011 tot heden alleen maar geld gekost. De bouw vanaf 2008 t/m 2010,  de kosten zijn met ruim 10% overschreden. Er is nu na 7 jaar een aanvraag van € 1,5 miljoen ingediend bij de gemeenteraad om de technische installatie in te regelen. dit komt doordat er bij ingebruikname geen tijd voor genomen kon worden want ja er moest geld binnen komen. Deze directeur adviseerde mij met klem om 3 maanden uit te trekken om de technische installaties goed in te regelen, anders gaat het later dik geld kosten. Dat hadden zij verzuimd en daardoor al die jaren door heel veel geld aan kwijt, en dat moet nu gerepareerd  worden met 1,5 miljoen Ook de wethouder aldaar heeft mij verzekerd dat de exploitatie van dit soort projecten altijd geld kosten, en als je dat er niet voor over hebt je er ook niet aan beginnen moet. Reële vragen.

1) Gelet op het bouwjaar van bovenstaand project, waarom zouden wij met de aanbesteding in 2018 beter uit zijn ? De orderportefeuilles van bouwend Nederland zijn immers gevuld, de prijzen van de bouwmaterialen zijn fors duurder, de levertijden zijn aanmerkelijk langer, en nu is er algemeen een chronisch gebrek aan personeel.

2) Wat doen wij in Hoogeveen beter, anders, dat wij geen overschrijding in ons budget zouden krijgen ? 

3) Zijn wij werkelijke zo naïef om te denken dat wij geen nadelig saldo op de exploitatie zouden krijgen ? Kan iemand een zelfde soort project aanwijzen waar de exploitatie rendeert  ?

4) Gelet op bovenstaande kunt u een zorgvuldige objectieve berekening maken wat er precies gereserveerd behoort te zijn voor technische installaties zoals dit voorgenomen project ?

5) Gelet op bovenstaande hebben wij grote twijfels over de haalbaarheid van de opleverdatum, 1 Als in september de aanbesteding aangemeld (europese aanbestedingen) wordt, kan op zijn vroegst februari maart 2019 begonnen worden met bouwen. 2 gelet op aftrek 3 maanden inregelen technische installatie zou de bouwtijd maar 7 maanden zijn, dit is onlogisch voor dit project.3 Als er daardoor werkelijk geen € 5 miljoen van de provincie komt moet dit direct uit gem. middelen betaald worden. Kan hier een reële inschatting (berekening van gemaakt worden)

Verder:

Gezien de netto schuld van nu (afgeronde rekenbedragen) € 133.000.000,--. kan dat met wat tegenvallers zo maar oplopen naar netto € 150.000.000,--  door dit  “prestigeproject” als dit een project zou zijn voor een eerste levensbehoefte voor de Hoogeveners dan zouden wij daar deze risico’s nog voor willen nemen maar gelet op, dat er maar een heel gering percentage deze accommodatie  zal gaan gebruiken vinden wij het onverantwoord.

Vraag 1

 Is er een formule die aangeeft dat er een bepaalde verhouding moet zijn in nuttig gebruik en de hoogte van de investering voor een gemeente ?

Vraag 2

 Kunnen de coalitie partijen die de meerderheid hebben zulke onverantwoorde investeringen ongestraft doorvoeren en onze gemeente daardoor in een financiële penibele situatie brengen zonder dat de oppositie daar iets tegen kan doen ? 

 

 

Slotvraag:

Is de rekenkamer van oordeel dat de stukken welke door het college aan de raad hebben voorgelegd i.v.m. het raadsbesluit van 12 juli 2018 van dien aard dat de raad op basis daarvan een verantwoord besluit kan nemen?

Of is door het college te weinig onderbouwing verstrekt en had duidelijker moeten worden aangegeven op basis van welke aannames e.a. is berekend?